Peter is m/z-ijn denkbeeldige vriend aan wie ik/hij alle schuld geef(t).
Of het is de buurman, weet ik/hij veel.
Ik ben niet gek wij zijn best gelukkig.
Zelfs oude zuurkasten zijn redelijk prijzig.
Peter had er ooit bijna eentje gratis, hij paste alleen nergens in zijn toko.
Ding was gigantisch, hij is hier nogsteeds verdrietig van.